F0: brede basiszorg

In fase 0 (brede basiszorg) zorgt de klassenraad voor maatregelen die voor de gehele klasgroep van toepassing zijn. Hieronder vind je onze “kapstokken”, die we naast een krachtige leeromgeving gebruiken om dit vorm te geven.

21ste eeuws onderwijs  

We worden er dagelijks mee geconfronteerd: onze maatschappij verandert en blijft ook steeds veranderen. We zien dat deze veranderingen ook binnensijpelen in het onderwijs én daar willen we graag op inspelen en inzetten. We nemen hiervoor de 21ste eeuwse vaardigheden als leidraad.

Differentiatie

Iedere klasgroep is divers, zo ook zijn de verschillen in beheersingsniveaus qua leerstof zeer divers. Door gericht te differentiëren wordt er hiermee rekening gehouden alsook met een zo groot mogelijke verscheidenheid aan leerstijlen en leer- en ontwikkelingsbehoeften zodat leerlingen op hun eigen tempo/niveau verder kunnen ontwikkelen.

Onze leerkrachten trachten daarom zo breed én gericht mogelijk te kijken naar al deze verschillen om ze nadien in te zetten als meerwaarde.

UDL

Universal Design for Learning (kortweg UDL) vindt zijn oorsprong in het universeel ontwerp uit de architectuur. Concreet wil dit zeggen dat gebouwen, van bij de opbouw, voor een zo divers mogelijk publiek toegankelijk worden gemaakt zodat ze achteraf minder aangepast moeten worden. Door dit concept door te trekken naar de klaspraktijk komen we tegemoet aan een brede waaier aan mogelijkheden en leernoden. UDL biedt een wetenschappelijk kader om een leeraanbod te ontwikkelen dat tegemoet komt aan de diverse noden, sterktes, achtergronden en interesses van leerlingen in het 21ste eeuws onderwijs. Het is een manier om hindernissen en versperringen in het leerproces weg te werken. Bij het uitwerken van onze lessen houden we dan ook zo zoveel als mogelijk rekening met een zo divers mogelijk doelpubliek zodat er minder aanpassingen na de les dienen doorgevoerd te worden.

Emancipatie

Vanuit de wortels van onze school, de zusters van het Convent van Bethlehem hebben we bijzondere aandacht voor de emancipatie van de leerling. De leerling mag groeien door onze warme omkadering en zorg, die altijd gericht moet zijn op het volwassen en zelfstandig worden van de leerling. Wanneer de context daarvoor een struikelblok is, helpen we de leerling om die problemen op te lossen. Waar mogelijk en nodig betrekken we daar ouders, het CLB, het ondersteuningsnetwerk of andere derden zoals artsen, psychologen, begeleiders … bij.

Nieuwe autoriteit

Het nieuwe autoriteitsmodel zet in op ‘kracht’. Het is een opvoedingsmodel dat resoluut gekozen heeft voor een nieuwe grondhouding, het verhogen van de kracht en de zelfcontrole van de opvoeder om steeds opnieuw zorgzame, respectvolle alsook waakzame relaties met jongeren uit te bouwen, i.p.v. het controleren van het gedrag van de jongere/de ander.

Voor jongeren is de ervaring dat ze moeilijkheden kunnen overwinnen essentieel in het ontwikkelen van een goed gevoel van zelfwaarde. Liefde, enthousiasme en positieve feedback zijn hierin noodzakelijk, maar niet voldoende. Er zijn volwassenen nodig die aan jongeren kunnen zeggen dat ze verwacht worden hindernissen, die ze misschien liever zouden vermijden, toch te nemen. ‘We verwachten dat je dit doet.’

Nieuwe autoriteit is verankerd in een sociaal netwerk en komt vanuit de houding: ‘We zijn verantwoordelijk voor jou. Het is onze plicht en ons recht om leiding te nemen en grenzen aan te geven.’ Deze leiding wordt ondersteund door een netwerk van gelijkgestemden (bv. de klassenraad).

De nieuwe autoriteit gaat transparant tewerk: ‘We vertellen wat we gaan doen, en we doen wat we zeggen.’

Nieuwe autoriteit gaat er vanuit dat deze niet onfeilbaar is en heeft oog voor het eigen aandeel in conflicten. Na een conflict wordt er gestreefd naar verzoening.

Handelingsgericht werken

Handelingsgericht werken is een kijkwijzer die de kwaliteit van het onderwijs én de begeleiding van alle leerlingen tracht te verbeteren. Door de 7 uitgangspunten van HGW-denken samen toe te passen, wordt het mogelijk om effectief om te gaan met verschillen tussen leerlingen. De 7 uitgangspunten zijn: de onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal – het gaat om afstemming en wisselwerking – de leraar doet ertoe – we werken constructief samen met ouders, leerlingen én elkaar – ons handelen is doelgericht – positieve aspecten zijn van groot belang en onze werkwijze is systematisch en transparant.

Herstelgericht werken

We werken in onze school herstelgericht. We waarderen binnen die benadering de groeimogelijkheid van de leerlingen. We gaan ervan uit dat gewenst gedrag te trainen valt en dat een positieve benadering leereffectiever is dan een negatieve, straffende benadering. Waar nodig kan deze benadering gepaard gaan met sanctionerend handelen. Dat laatste gebeurt steeds in overleg met de Pedagogisch Coach. Binnen herstelgericht werken, nemen we ook steeds de (thuis)context van de leerling mee.

Onderwijsbehoeften

Door de invoering van het M-decreet worden alle scholen (en dus ook alle leraren) verplicht hun focus van problemen te verleggen naar onderwijsbehoeften. Het verplichtende kader van het zorgcontinuüm en het handelingsgericht werken geven scholen hiervoor de noodzakelijke tools. Concreet zegt het M-decreet dat élke leerling, met of zonder een diagnose van een leer- en/of ontwikkelingsstoornis recht heeft op redelijke aanpassingen. Dit betreft “elke concrete maatregel, van materiële of immateriële aard, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseert.” Met andere woorden: redelijke aanpassingen bieden een antwoord op de ‘specifieke onderwijsbehoeften’ van de leerling, zodat de leerling volwaardig kan deelnemen aan het onderwijs. Het M-decreet verplicht ons dus om niet meer te focussen op de beperking of handicap van een leerling, maar daagt ons uit om te focussen op hoe we de (school/leer)omgeving kunnen aanpassen aan de specifieke onderwijsbehoeften van elke jongere.

Proactieve cirkel

Onze school bouwt een traditie van cirkelen uit. Tijdens een proactieve cirkel gaat de klasgroep of een deelgroep op een veilige manier in gesprek onder leiding van een moderator. Deze cirkel wordt bewust zeer proactief ingezet, m.a.w. vooraleer er problemen zijn. De deelnemers zitten in een cirkel, waarbij ieder een gelijkwaardige positie heeft en gelijke aandacht en tijd krijgt.

Door regelmatig te werken met de methodiek van de proactieve cirkel werken we aan verbondenheid en een positieve klassfeer. Het is een vorm van klasgesprek waarbij iedereen leert om aandachtig en respectvol te luisteren naar elkaar. Leerlingen leren spreken in een positieve taal. Doordat iedereen aan bod komt, krijgt elke leerling de kans om over een bepaald onderwerp iets te zeggen.

Hier op school doen we dit bij het begin van het schooljaar, om de klasafspraken duidelijk te krijgen, op het einde en bij het begin van een trimester om naar gevoelens/gevoeligheden/sfeer, welzijn en relaties te peilen, alsook om afspraken te herdefiniëren.

Online puntenboek

Leerlingen en ouders kunnen de punten voortdurend online opvolgen via een link op Smartschool. De online punten zijn raadpleegbaar voor iedere leerling of begeleider/ouder die over een Smartschoolaccount beschikt waarbij een geldig e-mailadres ingevuld én bevestigd werd. Leerlingen ontvangen alleen aan het einde van het schooljaar een geprint en ondertekend attest.

Remediëring

Remediëren houdt in dat een leerkracht de tekorten bij bepaalde deelgroepen of individuele leerlingen tracht weg te werken om zo de verschillen in niveau te beperken. Soms heeft een leerling of groepje een bepaald lesonderdeel onvoldoende onder de knie. Dit kan blijken uit een toets, grote toets, taak of examen. De vakleerkracht kan daarop gerichte oefeningen geven om deze tekorten in kennis en vaardigheden weg te werken. Officiële remediëringstrajecten worden ook vastgelegd in een remediëringsfiche.

GOK

GOK staat voor Gelijke OnderwijsKansen. Als school krijgen wij vanuit de overheid extra middelen voor het realiseren van een Gelijke Onderwijskansenbeleid. Dit gaat over leerlingen die een andere thuistaal hebben, een schooltoelage krijgen of waarvan de moeder van de leerling een laag opleidingsniveau heeft. Het GOK-beleid heeft betrekking op volgende thema’s: ouder- en leerlingenparticipatie en taalvaardigheidsonderwijs. Het actieplan dat hiervoor uitgewerkt werd, bevordert de onderwijskansen van onze doelgroep en bij uitbreiding van alle leerlingen.