F1: verhoogde zorg

Van zodra de maatregelen binnen de brede basiszorg ontoereikend zijn om de leerling te emanciperen zal het intern ondersteuningsteam (INO) bekijken welke maatregelen er op individueel niveau genomen kunnen worden om verder te komen in het leer- en/of ontwikkelingsproces van de leerling.

Redelijke aanpassingen

Door de invoering van het M-decreet worden alle scholen (en dus ook alle leraren) verplicht hun focus van problemen te verleggen naar onderwijsbehoeften. Het verplichtende kader van het zorgcontinuüm en het handelingsgericht werken geven scholen hiervoor de noodzakelijke tools. Concreet zegt het M-decreet dat élke leerling, met of zonder een diagnose van een leer- en/of ontwikkelingsstoornis recht heeft op redelijke aanpassingen. Dit betreft “elke concrete maatregel, van materiële of immateriële aard, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseert.” Met andere woorden: redelijke aanpassingen bieden een antwoord op de ‘specifieke onderwijsbehoeften’ van de leerling, zodat de leerling volwaardig kan deelnemen aan het onderwijs. Het M-decreet verplicht ons dus om niet meer te focussen op de beperking of handicap van een leerling, maar daagt ons uit om te focussen op hoe we de (school/leer)omgeving kunnen aanpassen aan de specifieke onderwijsbehoeften van elke jongere.

Update

Een vast gedeelte van de huiswerkklas reserveren we op maandag, dinsdag en woensdag voor Update. Leerlingen die vakgebonden vragen hebben voor Frans, wiskunde, natuurwetenschappen of informatica kunnen dan bij de begeleidende leraren terecht. Leerlingen die een kort trainingsprogramma kunnen gebruiken om bijv. hun boekentas te leren maken, hun vervoersmap te gebruiken of een studiemethode willen oefenen, kunnen ook terecht bij de Update-begeleiders. Voor Update kunnen ouders zelf niet inschrijven (dit kan nog wel voor de huiswerkklas). Het zijn de vakleraren en/of klassenraad die de leerlingen kunnen doorverwijzen naar het Update-team en dat telkens voor gemiddeld 6 contactmomenten (die indien nodig verlengd worden).

Intern ondersteuningsteam

Op fase 1 van het zorgcontinuüm is het intern ondersteuningsteam er samen met de klassenraad voor de leerlingen die verhoogde zorg nodig hebben.

  • Intern ondersteuners: Via coaching, klasondersteuning en een evt. korte gesprekscyclus zoekt de interne ondersteuner (per graad) naar passende ondersteuning op maat van de leerling, wanneer deze aangemeld werd door de klassenraad. De INO zoekt m.a.w. bijkomende hulp, tools of maatregelen die de leerling zelfstandiger maakt in het omgaan met de hindernissen waar hij/zij voorstaat. De INO’s werken vnl. op de gebieden socio-emotionele ondersteuning en leerbegeleiding. Onze INO’s werken intensief samen met de klassenraad én de schoolmedewerkers van het CLB. Waar nodig verwijzen zij in goed overleg door naar externe ondersteuningspartners zoals psychologen, auticoaches …
  • De zorgcoördinator verzorgt de opstart en afsluiting van het schooljaar, d.w.z. dat zij alle (nieuwe) gegevens verwerkt en doorgeeft aan de klassenraad via het leerlingvolgsysteem en schoolinterne procedures. De Zorgcoördinator coördineert ook Update en behoudt mee het overzicht over het doorlopen van het zorgcontinuüm op onze school. Jongeren die in fase 2 zitten van het zorgcontinuüm worden (vanaf de zijlijn) mee opgevolgd door de INO ZoCo, echter begeleidt de zorgcoördinator slechts in uitzonderlijke gevallen zelf leerlingen. De zorgcoördinator staat eerder de INO’s bij in hun begeleidingen op vlak van ‘leren’ wanneer dat gevraagd wordt. Oudergesprekken rond complexere moeilijkheden op vlak van leren worden vaak voorgezeten door de zorgcoördinator, die een helikopteroverzicht behoudt op vlak van bijkomende maatregelen en mogelijkheden op onze school. De zorgcoördinator volgt nauwgezet op of ondersteuning vanuit een emancipatorische visie vorm krijgt en bewaakt daarbij de draagkracht van het lerarenteam en de school.
  • De Pedagogisch Coach volgt alles qua ongewenst gedrag op wanneer dit het klasmanagement en een eerste begeleiding bij de interne ondersteuners overstijgt. Daarnaast coördineert zij de gehele INO-ploeg, nl. de interne ondersteuners en de GOK-coördinatoren.

Individueel handelingsplan

Onze school werkt niet (meer) met standaard handelingsplannen of bv. dyslexie-contracten. Dit omdat we heel veel van deze maatregelen nu standaard toepassen voor alle leerlingen in de klasgroep (zie fase 0: brede basiszorg!). Dit maakt het enerzijds fijner voor de leerling om niet expliciet een ‘labeltje’ te moeten dragen en anderzijds maakt dit zorg op maat doenbaar voor onze leerkrachten.

Jongeren die echter onvoldoende baat hebben bij de maatregelen in de brede basiszorg worden ondersteund door het intern ondersteuningsteam, die uiteindelijk zal beslissen of de specifieke maatregelen in functie van deze leerlingen na overleg met de thuisomgeving in een individueel handelingsplan gegoten moeten worden. Het gaat dan steeds om een handelingsplan op maat van de leerling, zijn klas, de klassenraad en zijn thuisomgeving. Een IHP bevat naast een beginsituatieanalyse en een luikje met verwachtingen van alle partijen uiteraard ook de specifieke maatregelen of materialen voor de leerling.

Voor leerlingen, die voldoende ondersteuning ervaren binnen fase 0, werken we dus geen IHP meer uit; m.a.w. leerlingen die een leer- en/of ontwikkelingsprobleem hebben, maar vlot kunnen volgen via de klasondersteunende maatregelen belasten we niet meer met een handelingsplan.

Volgkaart

Dit heeft te maken met het trainen van gewenst gedrag via een trainingsinstrument. Soms gebeurt het dat jongeren ondanks diverse waarschuwingen hervallen in ongewenst gedrag. Dit kan zowel op leefgebied als op leergebied voorvallen, denk maar aan onbeleefd taalgebruik op leefgebied en materiaal vergeten op leergebied. Wanneer een waarschuwing niet (meer) voldoende is en het gedrag van een leerling niet positief verandert na een nota, gaan we de leerling intensiever begeleiden aan de hand van een positieve volgkaart. Een volgkaart is dus een trainingsinstrument en geen straf!

Wanneer je ‘een training’ aangaat (bv. in een fitness), dan doe je dit best onder strikte begeleiding om geen kwetsuren op te lopen. Zo pakken we het ook aan bij een volgkaart. De leerling traint m.a.w. de puntjes die op de volgkaart staan onder coaching van zijn lerarenteam. Wanneer de te trainen puntjes geautomatiseerd zijn, speelt de leerling zijn/haar volgkaart weg. Bij een fitnesstraining laat je coach je niet aan je lot over, hij evalueert regelmatig, houd je vooruitgang bij, voelt aan waar extra ondersteuning nodig is … zo ook bij een volgkaart.

De volgkaart bij zich hebben, de inzet nodig om een training te doen, de ‘goesting’ om bij te leren, het steeds proberen/herhalen van het gewenste gedrag om het zo te automatiseren, dat is de verantwoordelijkheid van de leerling. Het positief stimuleren, opbouwende feedback geven, structureren, aanklampend zijn, dat is de taak van de begeleiders/coachen van de leerling.